4.1 Ontwikkeling financieel meerjarenperspectief en meerjarenraming 2026-2029
Algemeen beeld
Geopolitiek is het onrustig. De oorlog in Oekraïne is nog steeds gaande en het beleid van de nieuwe regering-Trump kenmerkt zich door onvoorspelbaarheid. Daarnaast zorgen de door de Verenigde Staten ingevoerde importheffingen voor een escalerende handelsoorlog. Al deze ontwikkelingen hebben grote impact op de wereldeconomie en daardoor ook op de open economie van Nederland. De Nederlandsche Bank (DNB) voorspelt vooralsnog een economische groei van 1,5% voor 2025 en 2026. Als de handelsoorlog escaleert verwacht de DNB een afname van de economische groei naar slechts 0,4 % in 2026. De inflatie in Nederland blijft de komende jaren naar verwachting rond 3%. De DNB geeft aan dat dit te hoog is. Zij acht een inflatie van 2% wenselijk.
In ons eigen land is de politieke situatie niet stabiel. De steun voor het kabinet door coalitiepartijen is niet vanzelfsprekend en de coalitie kan niet steunen op een meerderheid in de Eerste Kamer.
Al deze mondiale en binnenlandse onzekerheden hebben effect op de financiële situatie van gemeenten. Het kabinet schoof veel problemen door naar de Voorjaarsnota 2025, waaronder ook het financiële probleem van gemeenten vanaf 2026: de kortingen op het gemeentefonds vanaf 2026 (het ravijnjaar) en de compensatie voor de uitvoering van de wettelijke taken in de jeugdzorg. Ten aanzien van de problematiek in de jeugdzorg heeft het ministerie van VWS en de VNG de deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd ingesteld. Deze commissie heeft in januari 2025 het adviesrapport "Groeipijn" uitgebracht. De VNG heeft de druk bij het kabinet opgevoerd door te dreigen met een juridische procedure indien in de Voorjaarsnota 2025 onvoldoende gehoor is gegeven aan de adviezen van de deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd.
Financiële knelpunten gemeentefonds
Kortingen Rijk
Het Rijk heeft oorspronkelijk het gemeentefonds met 3 miljard euro gekort vanaf 2026, het zogenaamde ravijnjaar. Door het afschaffen van de zogenaamde opschalingskorting van 675 miljoen euro in de meicirculaire 2024 resteert hiervan nog ruim 2,3 miljoen euro.
Onvoldoende compensatie wettelijke taken
Gemeenten worden onvoldoende door het Rijk gecompenseerd voor het uitvoeren van hun wettelijke taken. Twee belangrijke onderdelen worden hierna toegelicht: de Jeugdwet en de loon- en prijscompensatie.
Jeugdzorgtaken
Voor het uitvoeren van haar wettelijke taken ontvangen gemeenten middelen in het gemeentefonds. Met name voor de uitvoering van de Jeugdwet ontvangen gemeenten te weinig compensatie. Dit knelt ieder jaar meer omdat de lasten jaarlijks sterker stijgen dan de compensatie in het gemeentefonds. In haar adviesrapport "Groeipijn" heeft de deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd ten aanzien van de financiën de volgende belangrijke bevindingen en adviezen opgenomen:
Periode 2025-2028
- De door het Rijk ingeboekte besparingen zijn niet realistisch gebleken en de kosten zijn gestegen, zonder dat gemeenten daarop afdoende kunnen sturen. Daarom dient de door het Rijk ingeboekte besparing van 828 miljoen euro voor 50% verkleind te worden naar 414 miljoen euro.
- De volume- en prijsontwikkeling dient aan te sluiten op de reële volume- en prijsontwikkeling voor de jeugdzorg.
- De vanaf 2026 ingeboekte besparingen dienen te vervallen totdat deze op een realistische wijze kunnen worden vastgesteld en ook de haalbaarheid daarvan is gewogen.
Na 2028
- Het implementeren van een nieuw financieringsmodel voor de jeugdzorg vanaf 2028. Zolang dit niet operationeel is, geldt het kader zoals geschetst voor de periode 2025-2028.
Loon- en prijscompensatie
Uit landelijk onderzoek blijkt dat gemeenten jaarlijks gemiddeld 1% lager worden gecompenseerd door het Rijk dan de werkelijke inflatiecijfers. Voor Almelo betekent dit grofweg het mislopen van 2,2 miljoen euro per jaar. Dit werkt cumulerend door in de gemeentebegroting. Dus 1% minder per jaar betekent voor 2024 2,2 miljoen euro minder, voor 2025 4,4 miljoen euro minder, voor 2026 6,6 miljoen euro minder, etc. Dit valt niet direct op omdat de financiële druk op de begroting om bestaande taken uit te kunnen blijven voeren geleidelijk wordt vergroot.
Voorjaarsnota 2025 Rijk
Het Rijk komt gemeenten in de Voorjaarsnota 2025 financieel gedeeltelijk tegemoet door een deel van de kortingen terug te draaien en een gedeeltelijke compensatie te geven voor de tekorten in de jeugdzorg. Per saldo betekent dit voor de periode tot en met 2027 een verlichting in de tekorten. Vanaf 2028 leveren verschillende maatregelen per saldo geen extra middelen op voor gemeenten. Hierdoor kan geconcludeerd worden dat het financiële knelpunt van 2026 is doorgeschoven naar 2028. De VNG is van mening dat het Rijk mede op basis van het advies van de deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd, voldoende stappen heeft gezet voor de komende jaren. Een juridische procedure is daarom voorlopig van de baan. Wel is de VNG van mening dat de financiële verwachtingen van het kabinet vanaf 2028 te ambitieus zijn. Op verzoek van de VNG zal de deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd begin 2027 een tweede advies uitbrengen over het financieel kader vanaf 2028.
Reparatie kortingen Rijk
Het Rijk heeft vanaf 2026 het ravijn van oorspronkelijk 3 miljard euro gedempt met structureel 400 miljoen euro in 2026, oplopend naar 414 miljoen euro in 2029. Dit betekent dat er nog steeds een korting resteert van ruim 2,6 miljard euro.
Compensatie wettelijke taken
De adviezen van de deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd zijn voor een belangrijk deel verwerkt in de voorjaarsnota 2025. Zo worden gemeenten vanaf 2026 structureel voor 414 miljoen euro, zijnde 50% van de door het Rijk ingeboekte besparing, gecompenseerd. Tevens ontvangen gemeenten voor de jaren 2026 en 2027 incidenteel respectievelijk 498 miljoen euro en 447 miljoen euro vanwege de vertraagde ingroei van de besparingsmaatregelen. Echter, de extra middelen voor Jeugd slaan vanaf 2028 om in een verlaging van de middelen. Dit wordt met name veroorzaakt door een opgenomen indexatie van de besparingen op jeugd met structureel 507 miljoen euro. Daarnaast is het Rijk voornemens om vanaf 2028 een eigenbijdrage in de jeugdzorg in te voeren. Hierdoor wordt vanaf 2028 een korting op het gemeentefonds van structureel 260 miljoen euro ingeboekt.
Volledig beeld financiële effecten gemeentefonds in meicirculaire 2025
Op basis van de uitkomsten van de Voorjaarsnota 2025 blijft het meerjarenperspectief voor de gemeente Almelo vanaf 2026 structureel onder druk staan. Vanaf 2028 nemen de financiële onzekerheden nog meer toe waardoor het ravijn van 2026 zich verplaatst heeft naar 2028. Daarbij moet de kanttekening gemaakt worden dat het effect van een aantal onderdelen van de Voorjaarsnota 2025 op de gemeentelijke begroting nog niet helder zijn. Daarnaast worden de mutaties op het gemeentefonds door meer factoren bepaald dan in de Voorjaarsnota 2025 is verwerkt. Een volledig beeld van alle mutaties op het gemeentefonds krijgen gemeenten bij de meicirculaire. De meicirculaire 2025 wordt verwerkt in de Programmabegroting 2026. Bij de Programmabegroting 2026 is ook bekend hoe alle effecten van de Voorjaarsnota 2025 in de gemeentelijke begroting verwerkt moeten worden. De Provincie zal als toezichthouder gemeenten hierover informeren.
Financieel meerjarenperspectief
Ontwikkelingen tussen Programmabegroting 2025 en Perspectiefnota 2026-2029
Bij de Begroting 2025 heeft de raad kennisgenomen van de meerjarenraming 2026-2028. De laatste jaarschijf van de meerjarenraming liet op dat moment een begrotingssaldo zien van 16,92 miljoen euro nadelig. In onderstaande tabel wordt het FMP gepresenteerd op basis van ontwikkelingen die zich in de periode sinds het vaststellen van de Programmabegroting 2025 hebben voorgedaan en de ontwikkelingen die zijn opgenomen in deze perspectiefnota. In paragraaf 4.2 worden deze ontwikkelingen inhoudelijk nader toegelicht.
FMP - ontwikkelingen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingssaldo programmabegroting 2025 | 12,70 | N | 17,21 | N | 16,92 | N | 16,92 | N |
Ontwikkelingen | -3,45 | V | -2,69 | V | -1,28 | V | 0,40 | N |
FMP incl. ontwikkelingen | 9,25 | N | 14,52 | N | 15,64 | N | 17,32 | N |
Bedragen x 1 miljoen euro |
Maatregelen Almelo voor een structureel en reëel sluitende begroting
In de Perspectiefnota 2024-2027 is een proces uitgelijnd om te komen tot een structureel en reëel sluitende begroting. De besparingsmaatregelen spelen hierin een belangrijke rol. Hierbij is gekozen voor een behoedzame en flexibele strategie die een balans vindt tussen tijdig maatregelen kunnen nemen enerzijds, en monitoren en zo nodig bijsturen anderzijds. Een eerste pakket aan besparingsmaatregelen is verwerkt in de begroting 2025. Het tweede pakket maatregelen is, zoals aangegeven bij de begroting 2025 verwerkt in deze perspectiefnota. Daarnaast worden een aantal aanvullende maatregelen betrokken bij de Programmabegroting 2026. Een toelichting hierop is opgenomen in hoofdstuk 5 Robuuste financiële positie
FMP - maatregelen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
FMP incl. ontwikkelingen | 9,25 | N | 14,52 | N | 15,64 | N | 17,32 | N |
Dekkingsmaatregelen | -7,51 | V | -9,05 | V | -10,45 | V | -11,44 | V |
FMP incl. dekkingsmaatregelen | 1,74 | N | 5,47 | N | 5,20 | N | 5,89 | N |
Overige en aanvullende maatregelen | -1,74 | V | -1,74 | V | -1,74 | V | -1,74 | V |
Geactualiseerd structureel FMP | 0,00 | N | 3,73 | N | 3,46 | N | 4,15 | N |
Bedragen x 1 miljoen euro |