5.2 Sociaal domein
Inleiding
In de Perspectiefnota 2025-2028 is ervoor gekozen om het besparingspotentieel uit scenario 3, naar een nieuwe basis, te benutten. Met de keuze voor dit scenario is besloten inhoudelijk vast te houden aan de lijn van het Strategisch beleidsplan sociaal domein (2022) en het Actieplan beleid sociaal domein (2024). De bezuinigingen die in 2025 zijn vastgesteld passen in dit scenario.
Aanvullende bezuinigingen per 2026
Vanwege het gelijkblijvende financieel perspectief, zonder financiële tegemoetkoming vanuit het Rijk, zijn aanvullende bezuinigingsmaatregelen nodig vanaf 2026. Zoals in de begroting 2025 al geschetst is, zijn wanneer we kijken naar de variabelen om te sturen op de uitgaven in het sociaal domein, met name tarieven, aantallen cliënten en intensiteit (zwaarte voorziening, frequentie en duur) van belang. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de mogelijkheden om (bij de inkoop) op tarieven van aanbieders te sturen voor gemeenten beperkt zijn. Dit komt door het Besluit reële prijs dat door het Rijk is vastgesteld. De mogelijkheden om te kunnen sturen op de uitgaven in het sociaal domein zijn dan ook:
- beperken van het aantal inwoners dat een beroep doet op geïndiceerde voorzieningen, zorg, en uitkeringen;
- beperken van de intensiteit van de verstrekte voorzieningen (zowel de zwaarte van de voorziening als het aantal uren of dagdelen per voorziening en de duur van het gebruik van de voorziening).
Naast maatregelen binnen deze twee sturingsmogelijkheden stellen we een aantal maatregelen voor waarbij we offensiever oftewel strakker begroten. In totaal lopen de door het college voorgestelde aanvullende bezuinigingen op tot 9,5 miljoen euro in 2029. Onderstaande tabel geeft de optelsom van de besparingen op de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) weer.
Nr. | Besparingsmaatregelen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Participatiewet | -1,74 | V | -1,78 | V | -1,82 | V | -1,86 | V |
2 | Jeugdwet | -0,75 | V | -1,23 | V | -2,51 | V | -3,41 | V |
3 | Wmo | -3,05 | V | -4,08 | V | -4,15 | V | -4,20 | V |
Totaal besparingsmaatregelen | -5,54 | V | -7,08 | V | -8,48 | V | -9,47 | V | |
Bedragen x 1 miljoen euro |
In het bijgevoegde rapport "Besparingsmaatregelen sociaal domein" (D/25/754984) worden de individuele maatregelen weergegeven, inclusief een toelichting (besparingsbedrag inclusief eventueel ingroeipad, resultaat en effect) per maatregel. Bij de opgenomen besparingsbedragen is rekening gehouden met eventueel benodigde investeringen. Afhankelijk van onder andere de complexiteit van de realiseren maatregel, kent iedere maatregel een ander ‘ingroeipad’. Soms zijn bijvoorbeeld eerst wijzigingen in Rijksbeleid nodig voordat een maatregel effect kan sorteren (denk aan maatregelen m.b.t. de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Wmo en het sturen op indicaties binnen de Jeugdwet in samenhang met de afbakening van de reikwijdte van de jeugdhulpplicht door het Rijk), moeten eerst verordeningen worden aangepast of voorliggende voorzieningen gerealiseerd worden.
In de begroting 2025 is al aangegeven dat het realiseren van besparingen in de praktijk weerbarstig is. Voor de maatregelen uit deze perspectiefnota geldt dat nog sterker, omdat ze boven op de eerder voorgestelde maatregelen komen, meer afhankelijkheden kennen van onder andere rijksbeleid en tot meer weerstand en bezwaren van inwoners en partners kunnen leiden. Daarnaast nemen door het scherper begroten de risico's toe dat nadelen direct effect hebben op het begrotingssaldo; bijvoorbeeld doordat het begrote structurele nadeel op de bijstandsuitkeringen is bijgesteld naar nihil. Indien de uitkering meer stijgen dan verwacht of de Rijksbijdrage ter dekking van de uitkeringslast lager is dan verwacht, raakt dit direct ons begrotingssaldo.
Uitgavenanalyse
Om tot deze voorstellen te komen is een grondige analyse uitgevoerd; waarbij alle uitgaven maximaal zijn doorgelicht. Dit betekent dat er zorgvuldig is gekeken naar alle kostenposten om te bepalen waar mogelijk bespaard kan worden. Hierbij is steeds vanuit de wettelijke basis (Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet) gekeken naar wat moet en mag: welke beleidsvrijheid biedt de wet? Vervolgens is aan de hand van de beleidslijnen en financiële lijnen gekeken naar wat we doen binnen het betreffende terrein en wat we daaraan uitgeven, waarbij ook de trends en ontwikkelingen in aantallen en uitgaven over de afgelopen jaren zijn meegenomen. Deze informatie is op hoofdlijnen met de raad gedeeld tijdens de kennissessies sociaal domein op 3 december 2024 en 7 januari 2025.
Op basis van deze uitgavenanalyse is vervolgens een groot aantal maatregelen besproken en afgewogen. Uiteindelijk heeft dat geleid tot het pakket aan maatregelen dat nu voorligt.
Herontwerp: beweging naar een ander, toekomstbestendig sociaal domein en preventie
Bij de begrotingsbehandeling in 2025 is uitgesproken dat de gemeente Almelo het vangnet van zorg en ondersteuning blijft voor wie niet zonder kan. De keuze is gemaakt om met het derde bezuinigingsscenario te bouwen aan een fundamentele herziening van (de inrichting van) het sociaal domein in Almelo. Daarnaast heeft het college de belofte uitgesproken hierbij een ondergrens in stand te houden. Verder zetten we in op een aantrekkelijke stad in balans. Dit alles vraagt om nadere uitwerking. Wij weten dat het anders moet, maar hoe kunnen wij dit het beste vormgeven? Waar ligt die genoemde ondergrens? Hoe houden we deze ondergrens duurzaam in stand terwijl we werken aan een aantrekkelijke stad in balans?
Aanpak
Momenteel wordt aan een plan gewerkt om de beweging naar een toekomstbestendig sociaal domein in lijn met de langjarige opgaven voor Almelo te duiden, in gang te brengen en te houden. We nodigen experts en ervaringsdeskundigen, onze strategische partners en onze inwoners uit met hun wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en ervaringskennis of zij in deze beweging willen mee te denken en vooral ook mee te doen. De werkwijze die we daarin willen hanteren lijkt sterk op de flow van de beweging naar nul (www.bewegingnaarnul.nl) , waarbij de beweging wordt gezien als een ontwikkelproces naar ‘steeds beter', en bij datgene dat door Van Oosten en Goudswaard ook wel ‘maakkracht’ wordt genoemd: beginnen bij de gedrevenheid van de mens in plaats van bij de oplossing. In de richting van die oplossing komen we vervolgens door steeds samen kleine en grote stapjes en stappen te zetten en al doende te leren en bij te stellen. Dat betekent onder meer dat het bepalen van de ambitie een gezamenlijk proces is van alle betrokken partijen.
We ontwikkelen een aanpak om te komen tot een gedeelde ambitie en concreet en praktisch met elkaar aan de slag gaan om stap voor stap dichter bij die ambitie te komen. Tegelijkertijd vraagt het daadwerkelijk doorgronden van de situatie van ons dat we daarnaast ook durven vertragen, dat we het niet-weten en stellen van vragen aanmoedigen, dat we huidige waarheden ter discussie kunnen stellen en samen onderzoekend mogen leren. Dat betekent ook dat we ongemak heel bewust samen omarmen. Zowel in het proces van niet-weten, ter discussie stellen en onderzoeken, als in de mogelijke oplossingen die daaruit voortvloeien. Dat wat werkt, bouwen we uit en verankeren we, dat wat niet werkt stellen we bij of daar stoppen we mee. Of dat nu gaat om onze eigen aanpak, om geïndiceerde zorg en ondersteuning die we inkopen bij zorgaanbieders of om preventieve inzet vanuit onze strategische partners. Mogelijk leidt dat dus op termijn naar een andere verdeling van inzet en middelen, die beter aansluit bij wat nodig is voor Almelo en onze inwoners.
Deze manier van werken is anders dan we gewend zijn en vraagt om ruimte, vertrouwen en een gedeelde en bewuste focus op de lange termijn. Alleen op die manier is het mogelijk daadwerkelijk samen te bewegen naar ‘steeds beter’ voor Almelo en voor onze inwoners. In het uitwerken van de vormgeving van deze beweging zullen we expliciet aandacht besteden aan de wijze waarop we uw raad hierin meenemen.
Ambitie
De nadruk van de gemeentelijke inzet is de laatste periode verschoven van (tijdelijke) ondersteuning van kwetsbare inwoners naar preventieve inzet en het versterken van de veerkracht van deze inwoners. Afspraken hierover zijn gemaakt in het strategisch beleidsplan sociaal domein en de uitwerking daarvan in het actieplan beleid sociaal domein. Deze zijn verdere verfijnd in aanvullende besluitvorming in de perspectiefnota en begroting 2025. En hebben op onderdelen al concreet vorm gekregen in de in lijn daarmee uitgezette acties (o.a. Leeflab, Tejo-huis, Steunouders). Deze verschuiving is in lijn met de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028, onder meer gericht op versterking van de directe leefomgeving en sociale basis en de beweging richting een Stevig Sociaal Team.
Deze beweging richting preventie en veerkrachtversterking sluit aan bij de ontwikkelingen in de wetenschap (o.a. Sharon Stellaard, Levi van Dam) en praktijk (Michelle van Tongerloo, gemeente Amsterdam). Zeker wanneer we hun inzichten combineren met meer proactieve dienstverlening, zoals onder meer de nieuwe Participatiewet in Balans beoogt, kan dit een antwoord zijn op de vraag ‘hoe dan wel?’. Het college kiest er daarom bewust voor niet te bezuinigen op preventie en deze beweging voor ogen te houden in het proces om met onze partners samen te komen tot een gedeelde ambitie voor een ander, toekomstbestendig sociaal domein.
Voor het college vormt het streven naar een sterke Almelose samenleving met veerkrachtige inwoners daarin de basis. Daarbij ligt het voor de hand ons te richten ons op elementen waarvan we weten dat ze van belang zijn voor de veerkracht van onze stad en onze inwoners en een bijdrage leveren aan een aantrekkelijke stad in balans:
- Veiligheid : Een veilige leefomgeving is de basis voor een stabiele samenleving. De gewenste maatschappelijke impact is een afname van criminaliteit en overlast, een verhoogd gevoel van veiligheid onder inwoners en een verbeterde samenwerking tussen veiligheidsdiensten en de gemeenschap.
- Bestaanszekerheid : Bestaanszekerheid en kansengelijkheid zijn essentieel voor een rechtvaardige samenleving. De gewenste maatschappelijke impact is een vermindering van armoede en werkloosheid, een toename van economische stabiliteit en gelijke kansen voor iedereen, ongeacht iemands achtergrond.
- Gezondheid : Het bevorderen van gezondheid is cruciaal voor het welzijn van inwoners. De gewenste maatschappelijke impact is een verbetering van de fysieke en mentale gezondheid, een vermindering van gezondheidsverschillen en een betere toegang tot preventieve diensten en gezondheidszorg.
- Verbondenheid : Een gevoel van verbondenheid versterkt de sociale cohesie en het gemeenschapsgevoel. De gewenste maatschappelijke impact is een toename van sociale interactie en participatie, een vermindering van eenzaamheid en sociale isolatie en een versterking van een betrokken samenleving.
- Zelfredzaamheid : Het bevorderen van zelfredzaamheid helpt inwoners onafhankelijk en veerkrachtig te zijn. De gewenste maatschappelijke impact is een toename van de persoonlijke vaardigheden en capaciteiten, een betere toegang tot onderwijs en training en ondersteuning bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen en autonomie.
Deze gebieden sluiten expliciet en bewust aan bij de thema's die van belang zijn bij ons streven naar een aantrekkelijke stad in balans. Veiligheid, bestaanszekerheid en gezondheid en meer expliciet het verkleinen van de verschillen tussen inwoners en de buurten waarin zij leven zijn hiervoor essentieel. Ook verbondenheid en zelfredzaamheid zijn hierbij van belang. Zoals geschetst wordt steeds gekeken naar de kansen om breed aan deze thema's te werken vanuit de verschillende gemeentelijke domeinen. In het formuleren van een gezamenlijke ambitie in het kader van het herontwerp vormen deze impactgebieden wat het college betreft belangrijke elementen.
De ondergrens
Om te zorgen dat basisbehoeften en essentiële ondersteuning gewaarborgd blijven, zijn in de ogen van het college twee elementen cruciaal wanneer we het hebben over de ondergrens, te weten veiligheid en bestaanszekerheid:
Veiligheidskwesties staan niet ter discussie. Het recht op een veilige omgeving is essentieel voor het waarborgen van menselijke waardigheid, veerkracht en welzijn. Veiligheidssituaties hebben vaak directe gevolgen voor het leven en de gezondheid van mensen. Daarom is onmiddellijke actie noodzakelijk om levens te beschermen en ernstige schade te voorkomen. Door snel en doortastend op te treden kan escalatie en de daaruit voortvloeiende schade en kosten worden voorkomen. Consistent handelen in veiligheidskwesties is cruciaal om het vertrouwen van de Almelose samenleving in hulpverleningsinstanties en de overheid te behouden. Het is van groot belang dat de Almelose samenleving weet dat veiligheid altijd de hoogste prioriteit heeft.
Stabiele bestaanszekerheid is essentieel voor het welzijn en de levenskwaliteit van mensen. Bestaanszekerheid verwijst naar de mate waarin iemand verzekerd is van basisvoorwaarden om een waardig leven te leiden. Dit omvat elementen, zoals voldoende inkomen (lees: betaald werk), toegang tot betaalbare en geschikte huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en training, voedselzekerheid (lees: een maaltijd) en sociale zekerheid. Ook kansengelijkheid valt hieronder. Bestaanszekerheid zorgt dat mensen niet alleen kunnen overleven, maar kunnen deelnemen aan de maatschappij en zich kunnen ontwikkelen. Een stabiele en voorspelbare basis in het leven zorgt dat iemand minder vatbaar is voor armoede, verlies van veerkracht en sociale uitsluiting.
Resterende besparingsopgave
Met het voorliggende pakket aan maatregelen ter grootte van 9,5 miljoen euro sluit het college aan bij de door de raad gewenste behoedzame en flexibele strategie bij het toepassen van besparingsmaatregelen. Het college is van mening dat met dit voorstel de grens van wat haalbaar en wenselijk is te bezuinigen in het sociaal domein bereikt is. Daarmee wordt het grootste deel van de te besparen 13 miljoen euro binnen het sociaal domein ingevuld. We verwachten dat de resterende besparingsopgave van 3,5 miljoen euro de komende jaren als volgt kan worden ingevuld:
- extra middelen vanuit het Rijk, o.a. naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2025 waarbij het advies van de Deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd (Commissie van Ark) is betrokken; en/of
- opbrengsten als gevolg van het herontwerp sociaal domein.
Indien de bovenstaande twee punten onvoldoende financieel effect hebben, zal het college met voorstellen voor besparingen buiten de zoekrichting sociaal domein komen.