Woonaantrekkelijkheid, economie & arbeidsmarkt
Om de aantrekkelijkheid van Almelo objectief te bepalen, volgden we het econometrische model van Atlas Research. In dit model hangen economie, human capital en de woonomgeving met elkaar samen en kan een aantal knoppen worden gevonden om de aantrekkelijkheid positief te beïnvloeden. We keken niet alleen naar de ontwikkeling van Almelo over de afgelopen 10 jaar, maar ook naar (vergelijkbare) benchmarksteden en naar Hengelo en Enschede.
Analysemodel Aantrekkelijkheid van de stad (de oranje elementen hebben een negatieve invloed op de woonaantrekkelijkheid)
Economie
Tot 2021 bleef in Almelo de groei in de werkgelegenheid (ruim) achter bij de rest van het land, vanaf 2021 is een sprint ingezet. De banengroei in Almelo in de afgelopen tien jaar is vooral te herleiden tot de hightech-sector, die zowel in absolute als relatieve zin flink is gegroeid. De sector was verantwoordelijk voor 40 procent van de totale banengroei in de gemeente en groeide gemiddeld bijna 2 procent per jaar sneller dan in de rest van het land. Almelo was al gespecialiseerd in de sector en is dat in de afgelopen tien jaar nog meer geworden.
Banenmotor ook voor Hengelo en Enschede en omliggende gemeenten
De bedrijven in Almelo zijn, meer dan in andere steden, voor hun werknemers afhankelijk van de omliggende gemeenten. Er is een grote inkomende pendelstroom: meer dan 60 procent van het werk in Almelo wordt uitgevoerd door mensen die niet in Almelo wonen. Deze mensen wonen vaak in Hengelo en Enschede, Tubbergen, Twenterand en Wierden. Vooral voor deze laatste drie gemeenten is Almelo een belangrijke werkgever: meer dan 20 procent van de werknemers uit deze gemeenten werkt in Almelo.
Overkwalificatie
Specifiek voor Almelo zien we dat er relatief veel MBO-ers 3 of 4 niveau werk doen op MBO niveau 1 of 2.
Human capital: veel 15 - 24 jarigen, aandacht nodig voor opleidingsniveau en startkwalificatie
De bevolking van Almelo is de afgelopen tien jaar gegroeid, maar minder sterk dan in de rest van Nederland. De netto participatiegraad is gestegen en in tegenstelling tot de periode 2004-2014 komt dit nu door een daadwerkelijke toename in werkenden, vooral onder jongeren. De beroepsbevolking is in Almelo relatief sterk gegroeid, met een toename van zowel jongeren als ouderen, terwijl het aandeel 25 - 45 jarigen is afgenomen. Ook vrouwen hebben een inhaalslag gemaakt op de arbeidsmarkt en de werkloosheid, met name onder jongeren, is sterk gedaald. Een belangrijke uitdaging voor Almelo ligt op het gebied van het lage en middelbare opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Almelo kent relatief weinig werknemers met een HBO- of WO-diploma en juist relatief veel jongeren met een MBO-diploma of zonder startkwalificatie. Dit wil overigens niet zeggen dat mensen met een MBO-diploma niet belangrijk zijn voor Almelo – het tegendeel is waar. Gegeven het vermoedelijk grote aandeel werk dat geschikt is voor mensen met een MBO-diploma zullen deze mensen in de komende jaren hard nodig zijn.
Stedelijke voorzieningen (in de binnenstad) en veiligheid
De woonaantrekkelijkheid van Almelo is de afgelopen tien jaar gestegen, voornamelijk op het gebied van veiligheid. Op die dimensie lijkt Almelo echter op een kantelpunt te staan. Het voorzieningenniveau biedt veel aanknopingspunten voor lokaal beleid. De groei van het aantal culturele-,culinaire- en horecavoorzieningen, niet-dagelijkse winkels blijft achter bij de rest van het land. Juist deze voorzieningen oefenen een grote aantrekkingskracht uit op talent.
De stedelijke voorzieningen vergeleken
Aantal geweldsmisdrijven
Leefbaarheid en meervoudige achterstanden (MDI)
Voor het inzichtelijk maken van de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling op buurtniveau maakten we gebruik van het signaleringsinstrument gestapelde achterstanden zoals dat door het PON/Telos werd gebruikt in de landelijke rapporten " Elke Regio Telt" en " Accentueer het verschil ". Een score op de zogenaamde Multiple Deprivation Index of kortweg MDI, brengt de mate van gestapelde achterstand tot uitdrukking. De MDI heeft een belangrijke signaalfunctie voor bestuur en beleid: het laat die plekken oplichten die te maken hebben met een bovengemiddelde stapeling van achterstanden.
Verbetering maar in verschillende mate en snelheden
Als we op buurtniveau kijken dan zien we in 56 van de 60 buurten een verbetering ten opzichte van 2015. Buurten met de minste stapeling van achterstanden in 2024 zijn de afgelopen tien jaar sterker verbeterd dan buurten met veel stapeling van achterstanden. Voor de buurten met (zeer) veel stapeling van achterstanden in 2024 zijn de verbeteringen minder groot. Al met al zien we daarmee dat de tweedeling de afgelopen tien jaar is toegenomen tussen buurten waar het relatief beter gaat en buurten waar het relatief slechter gaat in termen van gestapelde achterstanden. In buurten met een (zeer) hoge MDI-score dragen alle domeinen bij aan de stapeling van achterstanden; inkomen, opleiding en gezondheid dragen het meeste bij. In die buurten is ook veel energiearmoede en ongezonde leefstijl. Inwoners in de slechtst-scorende buurten zijn op alle facetten kwetsbaarder dan de inwoners in de best-scorende buurten. Een bijzonder aandachtspunt betreft de hoge mate van onderadvisering van kinderen in de slechtst-scorende buurten, ook in vergelijking met het landelijke gemiddelde. In de slechtst-scorende buurten woont samengenomen 56 procent van de Almelose bevolking.
Ontwikkeling MDI-scores in procentpunten over periode 2015-2024
Als we kijken naar de ontwikkelingen op de verschillende domeinen dan zien we dat de verbetering van de MDI-score in 2024vooral wordt veroorzaakt door een verbetering in het domein inkomen en in mindere mate de domeinen opleiding, woonomgeving, werk en veiligheid (wel een verslechtering op dit domein sinds 2020). Tegelijkertijd zien we dat gemiddeld genomen het domein gezondheid flink is verslechterd; overigens is dit domein in lijn met landelijke ontwikkelingen. De grote verbetering van het domein inkomen komt doordat er gemiddeld genomen meer huishoudens met voldoende financiële buffer zijn dan in 2015. We zien verder een relatief kleine verbetering van het domein werk; dat komt door een stijging in de arbeidsparticipatie in de stad. Daarnaast zien we dat het aandeel inwoners met een laag opleidingsniveau aanzienlijk is gedaald ten opzichte van 2015.
Koppelkansen van huidig en toekomstig beleid
Bestaanszekerheid wordt binnen de gemeente Almelo opgepakt vanuit verschillende beleidslijnen. De belangrijkste koppelkans is de samenhang tussen gestapelde achterstanden, energiearmoede en ongezonde leefstijl. Het verduurzamen van huizen is daarvan een heel logische; dit draagt bij aan de energietransitie, verbetert de gezonde fysieke leefomgeving en dringt daarmee zowel energiearmoede terug als dat het de gezondheid ten goede komt. Wanneer mensen minder last hebben van (energie)armoede, ervaren zij ook een betere mentale gezondheid door de afname van stress. Daarnaast zorgt verduurzaming in veel gevallen voor een verbetering van de gezondheid en draagt daarmee bij aan het terugdringen van zorgkosten. Daarnaast laten onderzoeken zien dat kinderen en jongeren tot 18 jaar die in een huishouden met weinig inkomen wonen, in een huis met een slecht energielabel en weinig verwarming, veel hogere zorgkosten hebben. Hiermee wordt aangetoond dat energiearmoede niet alleen een financieel, maar ook een gezondheidsprobleem is.
Inzet op het verbeteren van gezondheid is een tweede belangrijke koppelkans. Grip op het leven en verbondenheid met de buurt zijn krachtige en consistente voorspellers voor de tevredenheid met welbevinden, gezondheid, materiële welvaart, vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu. Om de situatie in buurten met veel gestapelde problemen te verbeteren, is het belangrijk om inwoners te helpen meer grip en contact met de buurt te krijgen. Dit zal ook invloed hebben op hoe tevreden zij zijn over andere aspecten van hun leven en leefomgeving.
Energiearmoede en onderadvisering kunnen met gerichte maatregelen mogelijk snel leiden tot minder energiekosten en een hogere instroom van leerlingen op het voortgezet onderwijs, maar de structurele verbetering van de positie van inwoners en buurten hebben een langere adem nodig. Niet in de laatste plaats, omdat de verschillende in elkaar grijpende en versterkende facetten, die zo kenmerkend zijn van multi-problematiek, aandacht vragen en interventies behoeven.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau pleit ervoor meer aandacht te hebben voor het onderwijs en de woningmarkt. Zo biedt sturen op de woningmarkt richting een gemengde woningvoorraad en daarmee een gemengde samenstelling van inwoners samen met een goed voorzieningenniveau mogelijkheden tot ontmoeting. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving kan betere planning gericht op verbeteringen van de buurten en de mensen bijdragen aan het verkleinen van gezondheidsachterstanden.
De ontwikkeling van de brede welvaart in Almelo
Op verzoek van de raad bracht Atlas Research de ontwikkeling van tien jaar brede welvaart van Almelo in beeld. De conclusies uit deze scan waren dat de brede welvaart van Almelo in de lift zit; vooral op het gebied van tevredenheid met het leven en de eigen woningen en woonomgeving zijn de ontwikkelingen relatief gunstig. Ongunstigere ontwikkelingen zijn er op het gebied van sociale cohesie en materiële welvaart; hier blijft Almelo achter bij de rest van het land. Structureel achterblijvend deel van de bevolking zou een verklaring kunnen zijn voor deze laatste observatie. In Almelo wonen veel mensen zonder startkwalificatie en weinig mensen met een HBO-of WO-diploma en op dit gebied blijft de ontwikkeling dan ook achter. Hoewel de gemeente de afgelopen tien jaar een sterk positieve ontwikkeling liet zien op het gebied van veiligheid lijkt deze ontwikkeling over zijn hoogtepunt heen. Misdrijvencijfers laten al een ongunstigere ontwikkeling zien. Normaliter is er een sterke samenhang tussen sociale cohesie en veiligheid.